Met meer dan 1000 verschillende subrassen is de mango makkelijk de appel van de tropen te noemen. In de tropen eten mensen mango’s letterlijk als zoete appels. De mango is 5 tot 40 cm lang en meestal asymmetrisch, ovaalvormig en vaak gekromd met aan het uiteinde een korte, brede tuit. Toch bestaan er sommige rassen die bolvormige vruchten voortbrengen. De schil van een mango is ongeveer 2 mm dik, glad en glanzend. Wanneer de vruchten rijp zijn, zijn ze groen, geel, oranje, rood of bontgekleurd. Het rijpe vruchtvlees is zacht en sappig, geel van kleur en vezelig tot bijna vezelloos. De mango smaakt zoet-aromatisch en verspreidt een zoete geur. Een echte zomervrucht dus.