De kers is een kleine, bolvormige vrucht die meestal een pit bevat. Ze bevatten veel vitamines o.a. vitamines A welke bijdragen aan een normale werking van het immuunsysteem en vitamine C wat de natuurlijke weerstand verhoogt. Kersen kunnen rood, felroze, bijna zwart, en lichtgeel zijn, soms gevlekt met oranje. De witte kers heeft de naam witbuik. Zoete kersen hebben een zoete, sappige vrucht die rauw uit de hand kan worden gegeten. Kersen zijn winterharde, bladverliezende bomen. In het voorjaar bloeien en zette ze vruchten af. De vruchten zijn klaar voor de oogst in de vroege tot middenzomer.
Tijdens het kersenseizoen is Karel op zijn best. Hij gaat ze zelf proeven, testen en keuren. Het beste is niet goed genoeg.